zondag 27 oktober 2013

Piet (Suite)


Haji Firoez - Iran

Niet het hele verhaal ...

Ik kondigde mijn artikel over zwarte Piet aan als 'het hele verhaal', maar helaas: ik kraaide te vroeg victorie. Toen ik de tekst schreef, had ik nog geen weet van mevrouw Verene Shepherd en haar commissie, en al evenmin van de facebookpagina Pietitie. Het spel moest nog beginnen toen ik dacht dat het al voorbij was. Het aantal bezoekers van mijn blogpagina gaf me wel al een waarschuwing dat er iets bijzonders op til was. Op één middag had ik plots meer dan 300 hits, dat was me nog nooit overkomen.

*

Ook in een ander opzicht was het niet het hele verhaal: diverse lezers maakten me duidelijk dat ik een aantal pseudopieten over het hoofd had gezien. Knecht Ruprecht (Duitsland), Krampus (Alpenlanden), Schmutzli (Zwitserland), Hans Knapp (Elzas), iedereen droeg zijn knechtje bij. De meeste knechten kende ik trouwens, alleen Schmutzli was nieuw voor me. Mooie naam trouwens, Schmutzli, vrij vertaald: Smeerkees

Mijn goede vriendin Ellie Bellie, van Perzische afkomst, wees op een gebruik in haar geboorteland genaamd navruz of nowruz - نوروز
Ze schreef:

"In Perzië wordt de komst van het nieuwe jaar, van de tijd van Zarathustra tot nu, gevierd met zich dwaas gedragende zwartgemaakte jongemannen die dansen in een felgekleurde hansop, een week lang. Wanneer deze zwartgemaakte mannen verdwijnen, verschijnt een grijsaard met een lange baard die geschenken brengt, waaronder kiemen en noten. Deze traditie wordt door de islam bestreden, maar op het platteland gevierd. Ook Iraniërs in Nederland doen dat." (1)

Dat zou allemaal niet zo bijzonder zijn geweest, ware het niet dat het feest van de zwartgemaakte jongemannen met goedkeuring van de VN door Unesco tot cultureel erfgoed werd uitgeroepen. De ene Piet is blijkbaar de andere niet. 

Iedere columnist van naam heeft inmiddels een hoofdstuk aan Zwarte Piet gewijd. In al die artikelen worden zo ongeveer dezelfde verbanden gelegd: van Zwarte Piet als bevrijde slaaf tot het boekje van Jan Schenkman uit 1850. Opvallend is dat alleen Karel Knip, redacteur wetenschap van NRC Handelsblad, de moeite nam om dat boekje ook te lezen. Dat stelde hem in staat om een antwoord te geven op een paar vragen: Had Schenkman nu een negerslaaf voor ogen bij zijn creatie van zijn Pietermanknecht of niet? en: Waar komt dat verhaal vandaan dat Piet zwart werd door in de schoorsteen af te dalen? Karel schrijft:

"Of [Schenkman] daarbij een neger voor ogen had, is de vraag, hij noemt de knecht maar op één plaats zwart: als hij uit de schoorsteen komt. Maar de tekenaar die de rijmpjes van plaatjes voorzag, heeft gedacht of gewild dat het een neger was. Hij kiest een sportieve verschijning in tamelijk neutrale kleding. Als het boekje een succes blijkt, laat uitgever G.T. Bom opnieuw plaatjes maken en pas dan kiest de illustrator voor het pofbroekje, de kousen en de veer: het pagepakje dat nog steeds zo populair is." (2)

*

Ik had sterk de indruk dat het bij de Pietitie om meer ging dan om Zwarte Piet of een oer-Hollandse traditie alleen. Ik hoorde veel verzuchtingen van het type: Gaan ze ons Zwarte Piet ook nog afnemen? Let wel: ook nog. Mensen hebben door dat veel beslissingen worden genomen zonder dat er rekening wordt gehouden met hun mening. Besparingen, massa-immigratie, de beknotting van de vrijheid van meningsuiting, het wordt de bevolking zomaar door de strot geduwd, zonder dat haar iets wordt gevraagd. De petitie was mede een protest tegen deze praktijken: Stop, genoeg, van onze tradities blijf je af. Een volk kwam in opstand. Dat is hoopgevend maar er is geen reden om te veronderstellen dat de problemen daarmee zijn opgelost. Vergelijkingen werden al gemaakt met de massale protesten in de jaren zeventig tegen kernwapens of de Witte Mars, die in 1996 in België naar schatting 300.000 mensen op de been bracht. De kernwapens gingen niet de wereld uit, zoals de demonstranten eisten, en er veranderde niet veel na de Witte Mars.  


NASCHRIFT:

Ellie Bellie liet me nog het volgende weten (het lijkt me een zinvolle aanvulling op het artikel):

Wat Perzië betreft, haji firuz (zwarte piet) en Amo nowruz (Sinterklaas) behoren idd tot de jaarlijkse traditie om het Perzisch nieuwjaar (op 21 maart, de lentedag) te vieren. En de meeste Iraniërs hebben enorm veel affiniteit met die traditie. Ik moet die tekst die ik doorgestuurd heb eigenlijk nuanceren. Want die traditie wordt niet alleen in de dorpen, maar ook in de grote steden gevierd. Persoonlijk vind ik het een prachtige traditie. Het is ook belangrijk om het te behouden, want zoals je in je blog reeds verwezen hebt, het is een belangrijke wapen tegen de islamisering van de Perzische cultuur. De conservatieve islamisten zouden graag al die Perzische tradities willen afschaffen, maar zoiets heeft - gelukkig- geen draagvlak bij de bevolking.

Raar maar waar, de voormalige president Ahmadinejad was een voorstander van het behoud van de Perzische tradities...hierdoor heeft hij ook regelmatig voor heftige debatten in het parlement gezorgd en de frontale confrontatie met de opperste leider (superconservatief) gezocht


Noten:

* (1) De zwartgemaakte jongemannen worden Haji Firoez genoemd:

* (2) Karel Knip, NRC Handelsblad, 25 oktober 2013

zondag 20 oktober 2013

Zwarte Piet, wiede wiede wiet





Ach ja, Zwarte Piet. Vroeg of laat ontdekken we allemaal dat Sinterklaas niet bestaat, en dan is het ook gedaan met het geloof in Piet. De meeste jongens in de straat waren ouder dan ik, en daarom leerde ik de waarheid snel kennen, maar het duurde even voordat ik het wilde geloven. Als ouders zo graag cadeautjes gaven aan hun kinderen, waarom gaven ze die dan niet gewoon, waar was die geheimzinnigheid voor nodig? Pas later drong het tot me door dat de aardigheid juist in deze geheimzinnigheid school. Een oude Heilige die over het dak reed, zijn knecht die door de schoorsteen kroop. Dat was allemaal prachtig, veel leuker dan de cadeautjes. Het ging om het spel, niet om de knikkers.

Sommige dingen vielen plots op hun plaats. Om de spanning op te drijven, mochten we in de weken voorafgaand aan het Heerlijk Avondje onze schoen al eens bij de schoorsteen zetten. Als je braaf was geweest, zat daar de volgende dag een kleinigheidje in, een Sinterklaasje van chocola, een potlood, iets dergelijks. Een klasgenootje kwam echter aanzetten met een kompas. Zat in mijn schoen, zo bazuinde hij overal rond. Iedereen was jaloers en niemand begreep er wat van, want dat jongetje was helemaal niet braaf geweest. Hij was een etterbak en op school gooide hij er met de pet naar. Maar zijn Sinterklaas en Zwarte Piet hadden wel een florerend transportbedrijf. Het ging om het spel, maar het werd wel gespeeld met knikkers.

Godfried Bomans
Sinterklaas was in die tijd een persoon met wie rekening moest worden gehouden. Wie stout was kreeg immers de roe. En dan te bedenken dat Sinterklaas voor mijn generatie al heel wat vriendelijker was dan voor de generaties die aan ons waren voorafgegaan. Godfried Bomans kan heel smakelijk verhalen over de tijd waarin de Sint nog sprak van dood en verdoemenis:

"Ik was als de dood voor de man. Hij werd in ons gezin vertolkt door een zwager van mijn moeder, een zure vrijgezel uit Rotterdam, die zijn verdrongen erotiek jaarlijks liturgisch gestalte gaf. Hij kwam handenwrijvend met de trein aan en verkleedde zich in de fietsenschuur, samen met twee tantes, want zo was hij wel. De tantes (…) speelden voor Piet. Zij waren zonder oom en daarom nogal geladen. Dit gefrustreerde trio verliet in vol ornaat de fietsenschuur en repte zich driftig door de tuin naar de keukendeur. (...) Wat hij daar zag moet hem met enige voldoening vervuld hebben. Vijf krijtwitte broertjes keken hem verbijsterd aan en mijn enige zusje zat onder tafel.' Dit was slechts het begin." (1)

Ondanks deze nare ervaring groeide Bomans uit tot één van Neerlands grootste liefhebbers en kenners van het Sinterklaasfeest. De studie van Sinterklaas vond hij één van de meest verwaarloosde onderdelen van de dogmatiek. Iedere bisschop diende volgens hem doorkneed te zijn in de Sinterklaaskunde, zodat hij de taak zou kunnen overnemen mocht Sinterklaas plots last krijgen van een verkoudheidje of een ander ongemak. Opvallend is dat Bomans het ook al heeft over een verschijnsel dat ons ook vandaag de dag weer kwelt: de pogingen om Zwarte Piet tot persona non grata te verklaren. "Ach," zegt Bomans - duidelijk geërgerd - "ik was laatst in Afrika en daar hadden ze een Witte Piet, ze konden hem anders zo slecht onderscheiden van de rest van de bevolking. Laat die mensen toch."

Veel pogingen om Zwarte Piet te verbannen, komen voort uit de zorg om de tere kinderziel. Volgens Nicolaas Matsier (2) zijn er in de afgelopen halve eeuw vier aanvallen uitgevoerd op de Heilige en zijn knecht: door dominees, Maria Montessori, anti-autoritaire ouders en onderwijzers en - meer recent - bange politiek correcte crècheleidsters (Zwarte Piet = racisme).  Matsier schreef in 2000, van zijn crècheleidsters hoor je niet veel meer de laatste tijd, maar de klacht van racisme is gebleven. En nog steeds gaat het om de kinderziel. Op TV kwam een van oorsprong Surinaamse performance artist (zo wordt hij genoemd, ik weet verder van niks) vertellen dat hij ooit had gehoord hoe zijn moeder door een handelaar 'Zwarte Piet' werd genoemd. Vreselijk. Hij moest er als volwassene nog bijna van huilen. Een paar dagen later zat een heuse schrijver met een voormalige Surinaamse klasgenoot in de studio, en verhip, hij er nooit bij stilgestaan, maar Zwarte Piet was inderdaad racisme. Hij had er nooit bij stilgestaan? Waar was die man geweest, in al die jaren? Nooit iets gelezen?  

Piet als page
Hoewel Bomans en ik (bien étonnés de se trouver ensemble) beiden slechte ervaringen hebben met Sint en Piet (ik zal dat kompas nooit vergeten) hebben we er geen trauma's aan overgehouden. De tere kinderziel kan wel tegen een stootje. Een persoon die een volwassen vrouw Zwarte Piet noemt, is in de eerste plaats een ongelikte beer die slechte grappen maakt. Maar, zo zeggen de vijanden van Piet, het gaat niet om het feest, of om slechte grappen, of zelfs maar Piet, maar om de achtergrond van racisme en slavernij. Zwarte Piet is in die lezing een Negentiende-eeuwse toevoeging aan de Sinterklaasmythe. Sinterklaas, van oorsprong een Heilige en een kindervriend, werd dankzij Pietermanknecht een slavendrijver. Zoals een Amerikaanse komiek opmerkte naar aanleiding van een optocht met Pieten: What the fuck? It's an army of black slaves!

Ik heb ook lange tijd gedacht dat Zwarte Piet van oorsprong een slaaf was. Het personage van de zwarte knecht, werd in 1850 geïntroduceerd door de onderwijzer Jan Schenkman in zijn boekwerkje Sint Nikolaas en zijn knecht, en de oudste afbeeldingen tonen hem inderdaad als een page. Maar het blijkt toch niet zo eenvoudig te zijn. In een opgemerkt artikel in De Volkskrant, ZwartePiet is nooit een Slaaf geweest, betoogt Arnold-Jan Scheer dat Piet geen Afrikaan, Moor of Creool is, of zelfs maar een knecht van Sinterklaas. Hij is de invulling van een archetype dat in de loop der eeuwen, of zelfs millennia, op verschillende wijzen is ingevuld. Zwarte Piet is, anders gezegd, een syncretisme, een hybride figuur in wie Oosterse, Westerse en Zuiderse invloeden samenkomen.

Het zwart maken van lichaam en gezicht herleidt Scheer, via Griekse schrijvers als Herodotus en Tacitus, tot oorspronkelijke Sjamanistische tradities. In de loop der tijden zal het personage steeds nieuwe attributen ontvangen (zoals de roe) en worden gespiegeld aan steeds andere archetypische figuren, zoals de hofnar of de vrolijke tegenhanger van schelmse figuren als Tijl Uilenspiegel of Don Quichotte; op die manier wordt hij een neefje van Lamme Goedzak, Sancho Pancha of Arlecchino (Harlekijn) (die ook een zwart gezicht heeft). Het zwart maken van het gezicht blijkt trouwens niet aan Nederland of Sinterklaas gebonden te zijn, maar op verschillende plaatsen in de wereld, bij uiteenlopende gebeurtenissen, te worden uitgevoerd: Scheer vermeldt onder meer Cornwall, Curaçao (!) en Perzië (bij de komst van het nieuwe jaar, het gebruik gaat terug op Zarathustrische tradities).

Odin
Volgens de Britse historica H. A. Guerber is de hele Sinterklaasmythe ouder dan Sinterklaas zelf, of althans door veel oudere mythen bevrucht (3). Ze ziet al sterke parallellen met de Germaanse god Odin die op zijn  witte paard (!) Sleipnir aan een helletocht begint. De tocht naar de hel op de schimmel, zou aan de oorsprong kunnen liggen van het verhaal dat op 5 december de stoute kinderen via de schoorsteen worden ontvoerd en meegenomen naar duivelse oorden. Odin werd trouwens vergezeld door twee zwarte helpers, de raven Huginn and Muninn, die net als Zwarte Piet door de schoorsteen konden kruipen (Odin en zijn paard waren natuurlijk te groot). De schoorsteen (toen niet veel meer dan een gat in het dak) en het trotseren van rook en roet wordt ook wel aangehaald ter verklaring van de zwarte kleur van de vogels (zo werden de raven zwart).

Ook van Zwarte Piet wordt gezegd dat hij zijn zwarte kleur te danken heeft aan zijn klauterpartijen door de schoonsteen. Door tegenstanders van Piet wordt soms in spottende zin verwezen naar deze verklaring, zo van: dat kan toch niet, duidelijk een smoesje, en kijk eens naar die lippen. Alsof deze verklaring in volle ernst wordt aangevoerd. Nee, Zwarte Piet dankt zijn kleur niet aan de schoorsteen, en de raven ook niet. Waar het dit soort mensen aan ontbreekt, in vrij ernstige mate, is fantasie. Een gebrek aan fantasie leidt vrijwel altijd tot fanatisme en vernielzucht. Alles moet kapot, weg, cultuur, traditie, weg, weg. Tradities hoeven niet te worden gerespecteerd louter en alleen omdat ze tradities zijn, maar niemand wordt tot slavernij gebracht, en de zwarte kleur komt uit een potje. Zwarte Piet is een fantasie, maar de fantasie is zwart. 

Dit artikel leverde fiks wat reacties op, zie hiervoor: Piet (suite)

Noten:

* (1) Godfried Bomans, Het Heerlijke Avondje, Werken, p. 663-665
* (2) Nicolaas Matsier, Voorwoord van: Orderic Vitalis, De Botten van Sinterklaas,
Athenaeum-Polak & Van Gennep, 2000
* (3) H.A. Guerber, Myths of Northern Lands (e-book): http://www.vaidilute.com/books/guerber/guerber-contents.html 






vrijdag 18 oktober 2013

Het Vurige Vegertje




I - De Straatveger

Volgens sommige wijzen is alles perceptie, ook waarheid en werkelijkheid. Waarheid is voor hen wat fatsoen was voor Jan Peter Balkenende: Fatsoen moet je doen. Waarheid is wat je er zelf van maakt.

Zo probeerde een Vlaams politicus, Rik Daems, onlangs met enkele uitspraken over langdurig werklozen de perceptie van zijn partij wat blij te kleuren. Zijn partij, open Vld, strijdt met een andere partij, N-VA, om de gunst van de centrumrechtse kiezer, en dus willen Daems en zijn partij een krachtige indruk wekken. Wat hem betreft mochten die werklozen best iets terugdoen voor het geld dat ze ontvingen. In de woorden van de politicus: 'Ze kunnen nuttig werk verrichten voor de maatschappij, die per slot van rekening ook solidair is met hen.' Eén dag per week gemeenschapsdienst leek hem wel redelijk. Op voorwaarde dat men nuttig werk voor ze kan verzinnen, lijkt het voorstel inderdaad niet onredelijk, maar hij was nog niet uitgesproken of diverse vakbonden waren al bezig met het verspreiden van perscommuniqués. De Morgen had de volgende dag eigen artikelen van redacteurs en trok ook nog een volle pagina uit voor reacties van diverse politici, vertegenwoordigers van vakbonden, een historica, etc. De Standaard idem dito. Knack had ook nog een bijdrage van een werkeloze journalist. En iedereen had het over het Haagse vegertje.

Dat straatvegertje was ene Harrie, 53 jaar, tot voor kort werkzaam bij de gemeentelijke onderhoudsdienst in zijn woonplaats Den Haag. In Nederland bestaat de door Daems voorgestelde regeling al, dus nadat Harrie was ontslagen, en enige tijd werkloos was geweest, werd hem gevraagd om gemeenschapsdienst te verrichten, uitgerekend bij de onderhoudsdienst van de gemeente Den Haag. Het voorval dateert blijkbaar van eind mei, maar komt plots in de belangstelling dankzij een artikel in de Haagse Courant op donderdag 11 juli. En dan gaat het plots heel snel. Eén dag later, 12 juni, staat het in vrijwel alle landelijke kranten en op alle nieuwssites. Het Laatste Nieuws is de eerste Belgische krant die het bericht heeft, de meeste andere kranten volgen de dag erna, 13 juni. Harry verdween weer snel van het toneel, maar nadat Rik Daems zijn ballonnetje had opgelaten, maakte hij een glorieuze comeback. De veronderstelling was blijkbaar dat het lot van het vegertje de dwaasheid van het voorstel van Daems zou aantonen. Als een lopend vuurtje verplaatste het vegertje zich van artikel naar artikel, van mond tot mond. Koning, keizer, admiraal, het straatvegertje kenden ze allemaal.

Hoe vurig dat vestje ...

II - De verhalenverteller

Serieuze onderzoekers spreken in zo'n geval van anekdotisch bewijsmateriaal. Een opvallend kenmerk van dit soort anekdotes is dat iedereen ze klakkeloos overneemt. Of de feiten kloppen of niet, doet er eigenlijk niet toe: in een wereld waarin waarheidsvinding in diskrediet is gebracht, is het vooral de vraag of een bericht kan dienen als illustratiemateriaal voor een zienswijze: alles is immers perceptie. Waan en werkelijkheid zijn niet van elkaar te onderscheiden. In de wondere wereld van de verhalenverteller, worden de mooiste sprookjes waar.

Naast het vurige vissertje hadden we de afgelopen week ook de anekdote van de bedelaar en de ontslagen verkoopster van een bakkerswinkel. De verkoopster had volgens het bericht vlak voor sluitingstijd enkele onverkochte koffiekoeken aangeboden aan een bedelaar. Uit dankbaarheid zou de bedelaar enkele minuten later zijn komen aandragen met een bakje groenten, blijkbaar gekocht in een supermarkt - of misschien wel geruild tegen de koeken, je weet maar nooit. Volgens degene die de anekdote voor Knack optekende, Bleri Lleshi, sprak de bakker van 'verboden ruilhandel' en zette daarom de verkoopster op straat. Dat bakje groenten maakte al een verdachte indruk en de term 'ruilhandel' maakt het er niet geloofwaardiger op. Niet echt bakkersjargon. Maar zoals gewoonlijk voelde niemand zich geroepen om het zaakje te onderzoeken.

Het was trouwens merkwaardig dat juist Bleri Lleshi met het verhaal kwam aanzetten. Elders beschuldigde hij 'media en politiek' namelijk van 'emojournalistiek en emopolitiek'. Je zou zeggen: akkoord. Maar uitgerekend Lleshi heeft zich ontpopt tot de absolute kampioen van de emojournalistiek. Er gaat geen bijdrage van zijn hand aan kranten of tijdschriften voorbij of er wordt op grove wijze de emotionele kaart getrokken. Media en politiek brengen volgens hem ook alles terug tot een persoonlijk verhaal. Een vreemd verwijt als je weet dat hijzelf in samenwerking met De Morgen een hele serie opzette met persoonlijke verhalen van jonge allochtonen uit het Brusselse.

In de door twitter en facebook beheerste informatiestroom doen sterke emoties het goed. Grof sentiment is effectiever dan nuchter feitenmateriaal. Voor een betoog nemen steeds minder mensen de tijd, en een persoonlijk verhaal, ook al is het verzonnen, zegt meer dan statistieken, die toch niemand kan lezen. Het verhaal van de bedelaar, de verkoopster en de boze bakker heeft alles, met name de juiste boodschap, en wel dat de wereld hard en gevoelloos is. Ieder voor zich, een hap uit de koek krijg je niet zomaar, daar moet je wel wat voor doen. Iemand die medelijden toont, wordt daarvoor gestraft.

Laika

III - Namen Noemen

Toch is het verhaal niet helemaal compleet. Een bedelaar wordt pas echt een zielenpoot als hem een naam wordt opgeplakt. Anonimiteit schept afstand, een naam suggereert vertrouwelijkheid. We kennen allemaal Laika, omdat het beestje een naam had; alle andere in naam van de wetenschap geofferde dieren verdwenen naamloos in de vergetelheid, behalve Dolly, want die had ook een naam. Geert Wilders begreep dat goed toen hij de hardwerkende Nederlander die steeds wordt gepluimd Henk en Ingrid noemde. De socialist Marcel Van Dam gaf armoede ooit een naam door in de tweede kamer een vergeten spreekwoord aan te halen: Zo komt Jan Splinter door de winter. Jan Splinter werd een populaire figuur, als ik me niet vergis werd er zelfs een liedje over hem gemaakt.

Het lesje blijkt goed geleerd. Henk, Jan en Ingrid kregen deze week gezelschap van de uitgewezen Afghaanse asielzoeker Aref. Zoals een vriend van me het omschreef, wordt de betrokkene alom bij zijn voornaam genoemd, alsof hij een oude kameraad van ons allemaal is. De advocaten van Aref, behorend tot een collectief dat zich speciaal toelegt op de vluchtelingenproblematiek (er is een lucratieve industrie ontstaan rond het verschijnsel) meldde dat Aref was vermoord, één jaar na zijn uitwijzing, vermoedelijk door de Talibaan. Dat laatste moet echter nog worden onderzocht, zoals eigenlijk alles rond deze zaak nog moet worden onderzocht. We weten amper iets, maar voor Lleshi (dezelfde Bleri als van het bakje) was het voldoende om alle veronderstellingen als voldongen feiten op te lepelen en de betrokken minister aan het kruis te nagelen.

Het gemak waarmee artikelen die volledig berusten op anekdotisch bewijsmateriaal door een blad als Knack worden aanvaard, geeft aan hoe gemakkelijk de werkelijkheid, of althans onze perceptie daarvan, kan worden gemanipuleerd. Men is vooringenomen en men schaamt er zich niet eens voor. De gedachte dat alles perceptie is, is gemeengoed geworden, en redacties van kranten en tijdschriften doen volop hun best om de lezer een waandenkbeeld aan te smeren.