donderdag 12 december 2013

God Vogelvrij (bis)




Het verbod op godlastering is dus definitief geschrapt uit het Nederlandse Wetboek van Strafrecht. Na de Tweede Kamer, ging uiteindelijk ook de Eerste Kamer overstag, al ging het niet echt van harte. Hoe dan ook, na 81 jaar is er een einde gekomen aan één van de meest dwaze bepalingen uit de grondwet. Laster heeft immers, hoe men het ook wenst te bekijken, betrekking op uitlatingen die onwaar zijn; met een verbod op godslastering werd de indruk gewekt dat de Nederlandse wetgever bepaalde zaken met betrekking tot God voor 'waar' hield, en dat is niet zo (1). Het wetsartikel ging ook in tegen de vrijheid van gedachten, geweten en godsdienst, gewaarborgd in artikel 18.

In een beschaafd land worden gedachten over God of godsdienst niet voorgeschreven. Door de afschaffing van het bewuste wetsartikel lijkt Nederland dus ook weer iets minder op barbaarse landen waarin verkeerde uitlatingen  inzake het geloof zeer ernstige gevolgen kunnen hebben (2). Toch is het de vraag of we met de schrapping iets zijn opgeschoten. Nadat het verbod op godslastering eindelijk was afgevoerd, werd onmiddellijk een motie ingediend om te onderzoeken of een ander wetsartikel (137c) verder kan worden aangescherpt, teneinde groepen te beschermen tegen beledigende uitlatingen. Wat de ene hand geeft, neemt de andere weer af.

Momenteel is volgens artikel 137c strafbaar:

Hij die zich in het openbaar, mondeling of bij geschrift of afbeelding, opzettelijk beledigend uitlaat over een groep mensen wegens hun ras, hun godsdienst of levensovertuiging of hun hetero- of homoseksuele gerichtheid.

Je zou zeggen dat groepen door deze tekst voldoende worden beschermd, maar sommige politici willen dus verder gaan. Ik had die dubbele handbeweging al in een eerdere bijdrage aangekondigd: de christendemocraat Hirsch Ballin had al eens hetzelfde idee geopperd nadat hij had gepleit voor de afschaffing van het verbod op godslastering. Hij wilde in één moeite door artikel 137c zo formuleren dat kritiek op godsdienst vrijwel onmogelijk zou worden.

***
Godslastering en het bijbehorend wetsartikel zijn onlosmakelijk verbonden met Gerard Reve en het zogenaamde Ezelproces. Ook het beledigen van een bevolkingsgroep en het bewuste wetsartikel hebben een zogenaamde literaire geschiedenis. In 1951 raakte een schrijver, een collega en tijdgenoot van Reve,  in de problemen vanwege de volgende passage:

Ik heb altijd gelijk
"De katholieken! Dat is het meest schunnige, belazerde, onderkruiperige, besodemieterde deel van ons volk! Maar die naaien er op los! Die planten zich voort! Als konijnen, ratten, vlooien, luizen."

Degene die deze woorden sprak, luistert naar de naam Lodewijk Stegman, maar hij was niet de bedenker van ze. De woorden werden hem in de mond gelegd door de schrijver Willem Frederik Hermans. Stegman is, anders gezegd, een romanpersonage. De uitspraak is een passage uit de roman Ik heb altijd gelijk. Reeds bij de voorpublicatie van het eerste hoofdstuk viel pers - met name de katholieke pers - over Hermans heen. De passage leidde tot vervolging op grond van het bewuste artikel 137c uit het Wetboek van Strafrecht, maar Hermans werd vrijgesproken omdat de rechter zijn verdediging aanvaardde dat niet hijzelf, maar een (door hem geschapen) romanpersonage de uitspraken had gedaan. De Franse auteur Michel Houellebecq koos dezelfde verdediging toen hij werd aangeklaagd wegens islamofobe passages in zijn roman Platforme. Ook Houellebecq werd vrijgesproken.

Voor alle duidelijkheid: de passage was geen gratuite scheldpartij; Hermans viseerde de Katholieke Informatiedienst inzake Literatuur, Idil. Deze dienst beoordeelde boeken en legde lijsten van titels aan die voor katholieken werden afgeraden of ronduit verboden. Hoewel de lijst volgens verdedigers was bedoeld voor 'eigen gebruik' en enkel bedoeld om lezers en boekhandelaars te informeren, waren de gevolgen voor schrijvers die op de lijst kwamen zeer ernstig: hun boeken waren in het grootste gedeelte van het land niet te verkrijgen. Een uitgesproken katholieke auteur als Anton van Duinkerken nam al in 1949 afstand van de lijst, maar de dienst zou tot in de jaren '70 blijven bestaan. Naast W.F. Hermans behoorden bijvoorbeeld ook Simon Vestdijk, Jan Cremer, Jan Wolkers en zelfs de toch erg brave Hella Haasse tot de getroffen auteurs.

***
Een verbod op godslastering is onwenselijk omdat het ingaat tegen de vrijheid van gedachten, geweten en godsdienst. Het lijkt eveneens onwenselijk om bepaalde groepen mensen via een wetsartikel een bijzondere status te verlenen. Zo'n beslissing zou namelijk ingaan tegen het beginsel dat alle burgers voor de wet gelijk zijn. Net als de vrijheid van meningsuiting is dat een groot goed. Je moet wel héél goeie redenen hebben om aan dat beginsel te gaan tornen. Er zijn mensen die beweren dat zulke redenen bestaan.

Spong heeft ook altijd gelijk
Beledigende opmerkingen (als die van Lodewijk Stegman) worden doorgaans gezien als de prijs die we betalen voor de vrijheid van meningsuiting. Die vrijheid geldt namelijk ook voor uitlatingen die mensen als minder prettig ervaren (uitlatingen waar niemand problemen mee heeft, hoeven trouwens niet beschermd te worden). De bekende advocaat Spong antwoordt hierop dat het steeds dezelfde groep is die de prijs moet betalen. Hij bedoelt natuurlijk de moslims. Of dat waar is weet ik niet, Hermans had het niet over moslims, en in het boek van Houellebecq wordt zowat iedere bevolkingsgroep door de hekel gehaald, van de generatie '68 tot New Agers, abortusplegers, saloncommunisten, seksverslaafden en touroperators. Wat is wèl weet, is dat het steeds dezelfde bevolkingsgroepen zijn die voor zichzelf speciale wettelijke bescherming opeisen. In de tijd van Hermans waren dat de katholieken, nu zijn het (meestal) de moslims.


Gelovigen zijn mensen als alle anderen, maar ze hebben de vervelende neiging om zichzelf heel bijzonder te vinden. Nu de katholieken zich niet meer zo druk lijken te maken over het een en ander, hebben de moslims hun plaats ingenomen. Het hele circus om wetsartikelen aan te scherpen lijkt opgezet om de moslimgemeenschap tegemoet te komen, in een soort moderne variant op het aloude thema U vraagt, wij draaien. En niet alleen in Nederland, ook in het buitenland. In België dienden Bert Anciaux en Fauzia Talhaoui in de senaat een resolutie in die nagenoeg iedere kritiek op de islam onmogelijk zou maken (3). Europa is vragende partij, zo krijgen we vaak te horen.

***
Wat is hier nu eigenlijk aan de hand? Hoe komt het dat politici zo gemakkelijk bereid kunnen worden gevonden om allerlei vrijheden in te perken?

Het lijkt erop dat het begrip 'gemeenschapsrecht' ons in diverse opzichten parten speelt. Met 'gemeenschapsrecht' wordt in de regel het Europese recht aangeduid, het geheel van verdragen, vorderingen en richtlijnen, alsmede de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie. Daarbij staat het Europese recht boven het nationale recht; de lidstaten kunnen dus geen nationale voorschriften toepassen die strijdig zijn met het Europese recht. Dit lijkt burgers te beschermen tegen willekeur en de dwingelandij van lokale potentaten, maar dit voorrangsbeginsel werkt compleet averechts: beslissingen worden genomen over de hoofden van burgers en nationale regeringen heen, en stelt hen bloot aan de willekeur en dwingelandij van een aantal internationale potentaten. Beslissingen worden doorgevoerd zonder dat de bevolking wordt gekend, en kunnen niet meer worden teruggedraaid omdat de beslissingen nu eenmaal genomen zijn.

Maar er is nog een tweede tegenstelling, namelijk die waarin het individu tegenover de groep wordt geplaatst. De samenleving moet dan kiezen welk recht prevaleert, het recht van het individu (mensenrecht) of het recht van de groep (gemeenschapsrecht). Deze twee kunnen niet samen worden verzekerd, althans niet zonder aan één van beide voorrang te verleden. Indien het gemeenschapsrecht prevaleert, dient het individu zich in te schikken naar het belang van de groep, hoe grillig die zich ook gedraagt, op straffe van uitstoting (of erger). In de door Van der Ham en Zuiderveld geviseerde landen, heeft de islamitische gemeenschap voorrang op het individu, de afvallige of niet-gelovige heeft zich maar te schikken, als hij zijn mond open doet, verliest hij zelfs het recht om te leven. In onze samenlevingen geniet het individu bescherming tekens de woede van de groep. Onder druk van Europa en een lichtgeraakte bevolkingsgroep dreigen we onze wetgeving aan te passen. Dat lijkt me niet aanbevolen.

Dit is een vervolg op: God Vogelvrij 



Noten:

* (1) Zie: Karel van het Reve, Achterlijke Artikelen, in: De Ondergang van het Morgenland, p. 194-198
* (2) Zie hiervoor Boris van der Ham en Rein Zunderdorp, 'In het godslasteringsdebat staan levens op het spel'. 
* (3) Het voorstel van Anciaux en Talhaoui: http://www.senate.be/www/?MIval=/publications/viewPub.html&COLL=S&LEG=5&NR=1980&VOLGNR=1&LANG=nl 


vrijdag 15 november 2013

En de armen, ze werden steeds ...




Een van de meest kleurrijke personen van onze tijd is Yernaz Ramautarsing. Geboren in Suriname besloot hij op zijn twaalfde om president van dat land te worden, maar later bedacht hij dat studeren in Nederland eigenlijk ook geen slecht idee was. Of hij minister-president van Nederland wil worden, weet ik niet, maar als lid van de Libertarische Partij streeft hij wel naar een Nietzschiaanse herwaardering van alle waarden. Hij heeft een hekel aan Zwarte Piet en gelooft rotsvast in het kapitalisme. Kortom, een man om rekening mee te houden. Laatst was hij weer eens op de radio. Zijn faam als debater is inmiddels zo groot dat zijn aangekondigde tegenstander niet was komen opdagen. Yernaz had dus het rijk alleen, of toch bijna: alleen de presentator bood wat tegenwicht.

Aanhangers van het kapitalisme hebben het nadeel dat ze hun positie altijd moeten verklaren. We zijn nu eenmaal opgevoed met het idee dat alles eerlijk moet worden verdeeld, eigenbelang en egoïsme staan in laag aanzien. Om die reden zijn velen geneigd om het socialisme te verkiezen boven het kapitalisme. Men kan de juistheid van die keuze op verschillende manieren bestrijden. Men kan er bijvoorbeeld op wijzen dat de verdeling van de rijkdom onder het kapitalisme beter is geregeld dan onder het socialisme. Socialistische heilstaten lijken het patent te bezitten op hongersnoden, verarming en wanbestuur. Men kan er ook op wijzen, zoals bijvoorbeeld Patrick Van  Schie doet in een opgemerkt artikel, dat aan de roep om herverdeling eveneens hebzuchtige motieven ten grondslag liggen. Herverdeling komt namelijk neer op het zich toe-eigenen van de vruchten van andermans inspanning. 

Yernaz Ramautarsing
Yernaz pakt het anders aan. Als libertariër is hij een aanhanger van de filosofie van Ayn Rand,  het zogenaamde objectivisme. Het werk van Ayn Rand geniet in Europa nog altijd weinig bekendheid, dit in tegenstelling tot de Verenigde Staten, waar haar roman Atlas Shrugged werd verkozen tot het meest invloedrijke literaire werk na de Bijbel. Voor een objectivist is het nastreven van het eigen geluk het hoogste doel en ethisch juist, hij of zij heeft dus niets tegen hebzucht en eigenbelang. Altruïsme is een zonde, egoïsme een deugd. Tegenover de collectieve zelfbeschikking van de democratie, stellen libertariërs de individuele zelfbeschikking. Het enige sociale systeem waarin het individu zich vrij kan ontplooien, is volgens hen het laissez-faire kapitalisme, of zoals de aanhangers ervan zeggen: het enige echte kapitalisme. 

Net als bijvoorbeeld Thierry Baudet (1) heb ik wel de nodige bedenkingen bij de programmapunten van de Libertarische Partij. De individuele zelfbeschikking omvat het volledige recht op eigen arbeid, en dus bepleiten libertariërs de volledige afschaffing van inkomstenbelasting (hun devies, 'Belasting is diefstel', lijkt een rechtstreeks antwoord op de aloude leus 'Bezit is diefstal' van Proudhon). De overheid moet er vrijwel geheel aan geloven, er resten haar slechts enkele taken. Zelfs de democratie ligt onder vuur. Democratie behelst collectivisme, en dus zullen bij een democratische stemming, de minderheid, en zeker het individu, altijd overstemd. In het Paradijs der Vrijheid dat de libertariërs voor ogen staat, zal dat allemaal anders zijn, zo verzekeren zij ons.

Ayn Rand
Dat is allemaal heel opmerkelijk en een ernstige discussie waard, maar zolang de meest milde vormen van het kapitalisme nog onder vuur liggen, zullen discussies voorlopig niet voorbij het stadium van de gemeenplaatsen en vooroordelen geraken. Telkens wanneer het kapitalisme ter sprake komt, vraag ik me af hoe lang het zal duren voordat iemand opmerkt dat onder het kapitalisme de rijken steeds rijker en de armen steeds armer worden. Ook in de radiozending (zonder tegenstander) was het weer prijs. Volgens de presentator was het een vaststaand feit, er hoefde niet over gediscussieerd te worden. Het is één van de hardnekkigste voordelen uit de menselijke cultuur. Je haalt er waar ook ter wereld bij handopsteking een verpletterende meerderheid mee.   

Het is ook één van de gemeenplaatsen die in Uren met Henk Broekhuis (1978) worden besproken - en weerlegd - door de schrijver Karel van het Reve (2). Met cijfers valt de stelling niet te adstrueren, aldus Van het Reve, je moet namelijk de onneembare horde nemen van de groei van het inkomen van de arme in de - laten we zeggen - laatste 150 jaar. Een tegenwerping die vaak wordt gemaakt, is dat weliswaar het inkomen van de arme is gestegen, maar dat van de rijke ook, en dat het verschil groter is geworden. Maar dat haalt de stelling juist onderuit: er blijkt namelijk uit dat de armen niet noodzakelijk armer worden als de rijken rijker worden (en vice versa): ze kunnen beiden armer worden, maar ook beiden rijker. Rijkdom moet worden gecreëerd en het is zaak om het economische stelsel in het leven te roepen dat de beste voorwaarden biedt voor de creatie ervan.  Zoals hierboven opgemerkt, lijkt het kapitalistische systeem betere cijfers te kunnen overleggen dan het socialistische.

Wie echter toch blijft denken dat de armen steeds armer worden, kan het best de proef op de som nemen: uitgaande van het gemiddelde inkomen van een arbeider anno 1863 (dat moet wel te achterhalen zijn) zou men door dat inkomen jaarlijks met een klein percentage (zeg 0,5 procent) te dalen moeten kunnen uitkomen op het gemiddelde inkomen van een arbeider uit 2013. Men kan natuurlijk ook de omgekeerde weg volgen, en uitgaande van het huidige salaris telkens per jaar 0,5 procent aan dit loon toevoegen. Dat zou leiden tot de conclusie dat een arbeider 150 jaar geleden kolossale bedragen moet hebben verdiend. Als het gemiddelde inkomen van de arbeider in afgelopen 150 jaar voortdurend zou zijn gedaald, zou zijn maandloon nu zoiets moeten bedragen als tien eurocent of nog minder. De redenering hoort thuis in het rijtje dat de jeugd steeds slechter wordt, of de studenten steeds dommer, dat wil zeggen: in Fabeltjesland.


Noten:

(1) Thierry Baudet, Oikofobie, de angst voor het eigene, 2013, Amsterdam, p. 129-131
(2) Karel van het Reve, Uren met Henk Broekhuis, 1978, Amsterdam

De radiouitzending met Yernaz Ramautarsing valt hier te beluisteren (let wel, het gesprek begint pas na 13 minuten en er zijn diverse onderbrekingen):

Voor een goede en bondige typering van de filosofie van Ayn Rand zie: http://tegenlicht.vpro.nl/nieuws/2012/november/Ayn-Rand.html

zondag 27 oktober 2013

Piet (Suite)


Haji Firoez - Iran

Niet het hele verhaal ...

Ik kondigde mijn artikel over zwarte Piet aan als 'het hele verhaal', maar helaas: ik kraaide te vroeg victorie. Toen ik de tekst schreef, had ik nog geen weet van mevrouw Verene Shepherd en haar commissie, en al evenmin van de facebookpagina Pietitie. Het spel moest nog beginnen toen ik dacht dat het al voorbij was. Het aantal bezoekers van mijn blogpagina gaf me wel al een waarschuwing dat er iets bijzonders op til was. Op één middag had ik plots meer dan 300 hits, dat was me nog nooit overkomen.

*

Ook in een ander opzicht was het niet het hele verhaal: diverse lezers maakten me duidelijk dat ik een aantal pseudopieten over het hoofd had gezien. Knecht Ruprecht (Duitsland), Krampus (Alpenlanden), Schmutzli (Zwitserland), Hans Knapp (Elzas), iedereen droeg zijn knechtje bij. De meeste knechten kende ik trouwens, alleen Schmutzli was nieuw voor me. Mooie naam trouwens, Schmutzli, vrij vertaald: Smeerkees

Mijn goede vriendin Ellie Bellie, van Perzische afkomst, wees op een gebruik in haar geboorteland genaamd navruz of nowruz - نوروز
Ze schreef:

"In Perzië wordt de komst van het nieuwe jaar, van de tijd van Zarathustra tot nu, gevierd met zich dwaas gedragende zwartgemaakte jongemannen die dansen in een felgekleurde hansop, een week lang. Wanneer deze zwartgemaakte mannen verdwijnen, verschijnt een grijsaard met een lange baard die geschenken brengt, waaronder kiemen en noten. Deze traditie wordt door de islam bestreden, maar op het platteland gevierd. Ook Iraniërs in Nederland doen dat." (1)

Dat zou allemaal niet zo bijzonder zijn geweest, ware het niet dat het feest van de zwartgemaakte jongemannen met goedkeuring van de VN door Unesco tot cultureel erfgoed werd uitgeroepen. De ene Piet is blijkbaar de andere niet. 

Iedere columnist van naam heeft inmiddels een hoofdstuk aan Zwarte Piet gewijd. In al die artikelen worden zo ongeveer dezelfde verbanden gelegd: van Zwarte Piet als bevrijde slaaf tot het boekje van Jan Schenkman uit 1850. Opvallend is dat alleen Karel Knip, redacteur wetenschap van NRC Handelsblad, de moeite nam om dat boekje ook te lezen. Dat stelde hem in staat om een antwoord te geven op een paar vragen: Had Schenkman nu een negerslaaf voor ogen bij zijn creatie van zijn Pietermanknecht of niet? en: Waar komt dat verhaal vandaan dat Piet zwart werd door in de schoorsteen af te dalen? Karel schrijft:

"Of [Schenkman] daarbij een neger voor ogen had, is de vraag, hij noemt de knecht maar op één plaats zwart: als hij uit de schoorsteen komt. Maar de tekenaar die de rijmpjes van plaatjes voorzag, heeft gedacht of gewild dat het een neger was. Hij kiest een sportieve verschijning in tamelijk neutrale kleding. Als het boekje een succes blijkt, laat uitgever G.T. Bom opnieuw plaatjes maken en pas dan kiest de illustrator voor het pofbroekje, de kousen en de veer: het pagepakje dat nog steeds zo populair is." (2)

*

Ik had sterk de indruk dat het bij de Pietitie om meer ging dan om Zwarte Piet of een oer-Hollandse traditie alleen. Ik hoorde veel verzuchtingen van het type: Gaan ze ons Zwarte Piet ook nog afnemen? Let wel: ook nog. Mensen hebben door dat veel beslissingen worden genomen zonder dat er rekening wordt gehouden met hun mening. Besparingen, massa-immigratie, de beknotting van de vrijheid van meningsuiting, het wordt de bevolking zomaar door de strot geduwd, zonder dat haar iets wordt gevraagd. De petitie was mede een protest tegen deze praktijken: Stop, genoeg, van onze tradities blijf je af. Een volk kwam in opstand. Dat is hoopgevend maar er is geen reden om te veronderstellen dat de problemen daarmee zijn opgelost. Vergelijkingen werden al gemaakt met de massale protesten in de jaren zeventig tegen kernwapens of de Witte Mars, die in 1996 in België naar schatting 300.000 mensen op de been bracht. De kernwapens gingen niet de wereld uit, zoals de demonstranten eisten, en er veranderde niet veel na de Witte Mars.  


NASCHRIFT:

Ellie Bellie liet me nog het volgende weten (het lijkt me een zinvolle aanvulling op het artikel):

Wat Perzië betreft, haji firuz (zwarte piet) en Amo nowruz (Sinterklaas) behoren idd tot de jaarlijkse traditie om het Perzisch nieuwjaar (op 21 maart, de lentedag) te vieren. En de meeste Iraniërs hebben enorm veel affiniteit met die traditie. Ik moet die tekst die ik doorgestuurd heb eigenlijk nuanceren. Want die traditie wordt niet alleen in de dorpen, maar ook in de grote steden gevierd. Persoonlijk vind ik het een prachtige traditie. Het is ook belangrijk om het te behouden, want zoals je in je blog reeds verwezen hebt, het is een belangrijke wapen tegen de islamisering van de Perzische cultuur. De conservatieve islamisten zouden graag al die Perzische tradities willen afschaffen, maar zoiets heeft - gelukkig- geen draagvlak bij de bevolking.

Raar maar waar, de voormalige president Ahmadinejad was een voorstander van het behoud van de Perzische tradities...hierdoor heeft hij ook regelmatig voor heftige debatten in het parlement gezorgd en de frontale confrontatie met de opperste leider (superconservatief) gezocht


Noten:

* (1) De zwartgemaakte jongemannen worden Haji Firoez genoemd:

* (2) Karel Knip, NRC Handelsblad, 25 oktober 2013