zondag 26 april 2020

Een Welverdiende Pluim



Deze pluim op de hoed is voor de chauffeur van bus 17 richting Centraal Station, Brouwersvliet, gisteravond (zaterdag 25 april) tussen 20.10 en 20.20 uur. Hij verrichtte namelijk een goede daad.

Een jongedame genaamd Simha Chardon was bezig aan haar dagelijkse wandeling. Ze wilde dit keer een grote wandeling maken, want de laatste dagen waren nogal stresserend geweest: haar konijn, Popom, was ziek geweest, maar nu ging het beter. Popom had goed gegeten, en huppelde vrolijk rond. Maar toen … Ik laat haar zelf aan het woord:

“… plots belt mijn moeder dat Popom zeer zeer onwel is ...en ik heb geen enkele mogelijkheid om snel terug naar huis te gaan: mijn fiets staat in de garage en mijn moeder kan me niet komen oppikken, want Popom heeft verzorging nodig. Ik huil van ellende en begin te rennen, te rennen…”

“Onderweg zag ik een bus … uit de hemel gezonden … maar ik was te ver van de halte. Ik bleef rennen en huilen en zwaaide naar de buschauffeur, in de hoop dat hij zou blijven wachten. Hij reed voorbij en stopte aan de halte … en toen sprong het licht op groen maar hij bleef op me wachten … die man weet niet wat voor een goede daad hij heeft verricht.”

“Ik kon niet tot bij de chauffeur komen om hem te bedanken, omdat in de bus een koord was gespannen. Ik zette mijn masker op en kon mijn ademhaling na een paar luide snikken weer min of meer onder controle krijgen. Ik wou dat ik hem had kunnen zeggen wat zijn geste voor me betekende…”

Wat gisteren niet kon worden gezegd, zeggen we dus maar langs deze weg: BEDANKT.

Popom is inmiddels overleden, maar dankzij deze goede daad kon Simha haar konijn nog één keer persoonlijk zeggen hoeveel ze van haar hield - en altijd van haar zal blijven houden. Ik denk dat Popom het heeft begrepen, ze was een zeer slim konijn. 

R.I.P. Popom
Haar officiële naam was Popom, Madame de Popomadour, Queen of Bunnies, maar ze haalde haar adellijke neusje niet op voor een partijtje voetbal. Ik noemde haar daarom vaak Popomadonna

 * Voor wat het afscheid van een geliefd dier kan betekenen, zie ook: Dood van een Huisdier


dinsdag 14 april 2020

De Bom van Bergamo


De Bom van Bergamo
De voetbalwedstrijd die nooit gespeeld had mogen worden

Carnaval viel dit jaar - net als in alle andere jaren – zeven weken voor Pasen, toch had Carnaval dit jaar niet ongelukkiger kunnen vallen. Volgens Professor dr. Streeck van het Instituut voor Virologie van de Universiteit Bonn, was de zware uitbraak in de gemeente Gangelt (Noordrijn-Westfalen, niet ver van de Nederlandse grens) te wijten aan een carnavalszitting. Streeck deed uitgebreid onderzoek bij de zwaarst getroffen gezinnen, en kwam tot de conclusie dat Covid-19 geen contactbesmetting is. De grote besmettingshaarden zijn volgens hem ontstaan op plaatsen waar veel mensen voor langere tijd samen kwamen, zoals après-ski-feestjes in wintersportplaatsen, de carnavalszittingen in Duitsland en andere landen, of – het geval van de zwaar getroffen stad Bergamo – een druk bezochte voetbalwedstrijd.

Prof. dr. Hendrik Streeck
Ik weet niet of de Duitse professor gelijk heeft (er is kritiek gekomen op zijn methodologie), maar er zijn meer mensen die hebben gewezen op de wedstrijd die hij in gedachten had, Atalanta Bergamo – FC Valencia, gespeeld op 19 februari jl. in het kader van de Champions League. Fabiano Di Marco, hoofd van de dienst longziekten in het ziekenhuis Papa Giovanni XXIII in Bergamo, heeft de wedstrijd al getypeerd als een biologische bom: de wedstrijd is volgens hem de belangrijkste reden dat het virus zich in de regio Lombardije, en dan met name de stad Bergamo, zo snel heeft kunnen verspreiden. 

De tragiek rond deze wedstrijd is nauwelijks te vatten: Bergamo had maandenlang naar het evenement toegeleefd, het moest een hoogtepunt worden in de geschiedenis van de stad. Bergamo is een kleinere stad in het noorden van Italië en de plaatselijke voetbalclub, Atalanta, heeft altijd in de schaduw gestaan van clubs als Internationale en AC Milan (beide uit Milaan) en Juventus (Turijn). Dit jaar plaatste het nietige clubje zich echter voor het miljoenenbal van de Champions League – reeds een geweldige prestatie – en tot veler verrassing overleefde het daarin ook nog de groepsfase. Een wonder, een sprookje …

Voor de Achtste Finale werd de ploeg uitgeloot tegen FC Valencia. Omdat de stad Bergamo niet over een geschikt stadion beschikt, werd de ‘thuiswedstrijd’ gespeeld in Milaan, in het legendarische stadion dat officieel de naam draagt van Giuzeppe Meazza, maar door iedereen liefkozend ‘San Siro’ wordt genoemd (*1). 44.000 Bergamezen wilden geen seconde missen van de grootste wedstrijd in de historie van hun club en reisden per auto, bus of trein naar Milaan, naar San Siro, naar de wedstrijd die uitgroeide tot een enorme triomf: Atalanta verpletterde de tegenstander op deze gedenkwaarde avond in februari met 4-1. Er leek maar geen einde te komen aan het sprookje …

Maar toen kwam Corona ...

Wie de Italianen – en met name de Italiaanse voetbalfans, de zogenaamde tifosi – een beetje kent, weet hoe overwinningen, en zelfs doelpunten worden gevierd (*2). Voetbal is geen sport in Italië, maar religie: veel Italianen hebben letterlijk een schrijn voor hun club. Doelpunten en overwinningen worden gevierd door elkaar te bespringen, te knuffelen en te zoenen, steeds weer, krankzinnig van geluk en enthousiasme. Voor, tijdens en na de wedstrijd moet het onder de tifosi van Atalanta een zweterige, lallende, klamme en kleffe bedoeling zijn geweest. Betere omstandigheden kan een virus zich bij wijze van spreken niet wensen. 

De return in Valencia is inmiddels gespeeld … voor een leeg stadion. Zoals verwacht plaatste Atalanta zich voor de volgende ronde. Het sprookje gaat verder, maar de grootste wedstrijd in de geschiedenis van de club, is waarschijnlijk ook de meest dramatische, een wedstrijd die nooit gespeeld had mogen worden.

Noten:
* (1) San Siro - Het stadion is de thuishaven van beide Milanese clubs, Inter en Milan. De naam San Siro verwijst naar de wijk waarin het stadion ligt. Na één van de vele verbouwingen, in 1979, werd de naam van Giuseppe Meazza aan het stadion verbonden. Meazza was een international die voor beide Milanese clubs uitkwam. Volgens Desmond Morris (The Soccer Tribe) behoort het stadion tot het kwartet meest historische voetbaltempels op aarde: Wembley, Maracana, Nou Camp en San Siro

* (2) Tifosi - De herkomst van de term is enigszins duister. Sommige taalkundigen hebben de term herleid tot Oud-Griekse termen die verwijzen naar de vreugdevuren die supporters in de oudheid ontstaken na sportieve successen van atleten uit hun stad. Vaker wordt tifosi echter herleid tot typhus en zou dan verwijzen naar de koortsachtige opwinding van de supporters tijdens de wedstrijden

San Siro toen (jaren '60)


Giuseppe Meazza nu


dinsdag 18 september 2018

Anneke Grönloh - Moge het zand voor eeuwig blijven branden


Anneke Grönloh: 
Moge het zand voor eeuwig blijven branden

In een van haar romans, beschrijft Virginia Woolf wat er gebeurt nadat iemand het gerucht heeft opgevangen dat de kroonprinses tussen het winkelende publiek is opgemerkt. Het gerucht verspreidt zich, van straat naar straat, van wijk naar wijk, als rimpelingen die zich in concentrische cirkels over een wateroppervlak verspreiden. Hoewel niemand weet waar de prinses was op een bepaald tijdstijd, denkt iedereen zeker te weten dat hij of zij een glimp van haar heeft opgevangen.

Ik heb het zelfde meegemaakt, op ongeveer tienjarige leeftijd, in mijn woonplaats Son en Breugel, vlak boven Eindhoven. Er gingen geruchten dat de beroemde zangeres Anneke Grönloh zich in onze woonplaats zou vestigen. Iedereen meende te weten welk huis ze op het oog had (ik zie het zo weer voor me) en iedereen meende ook een glimp van haar te hebben opgevangen, ook ik. Als ik aan haar denk, denk ik niet alleen aan dat huis, maar ook aan de veelkleurige kaftan jurk waarin ik haar had gesignaleerd, uiteraard in de winkelstraat, in het voorbijgaan, vluchtig maar heel duidelijk.

Waarschijnlijk was het pure fantasie. Anneke Grönloh was op dat moment de populairste zangeres van Nederland en op platenhoezen en op de talloze foto's die de voorpagina's van tijdschriften sierden, werd ze vaak afgebeeld in veelkleurige Oosterse kledij. Anneke was immers geboren in Nederlands Indië, als dochter van een Nederlandse officier en een Indonesische moeder. Haar vader werd nog voor haar geboorte geïnterneerd door de Japanners en ook Anneke zou haar eerste jaren doorbrengen in een zogenaamd jappenkamp. Pas na de oorlog zou het gezin worden herenigd, in Nederland. Het gezin vestigt zich in Eindhoven.

Reeds als kind treedt ze op, maar de zaak gaat pas aan het rollen als ze op het lyceum stadsgenoot Peter Koelewijn ontmoet. Peter fungeert bij optredens aanvankelijk als haar begeleider (met zijn bandje The Rockets), maar als hij in 1960 plots een megahit scoort met Kom van dat dak af, worden de rollen omgekeerd: Peter wordt de frontman en Anneke wordt achtergrondzangeres. Peter groeit in die dagen snel uit tot één van de belangrijkste platenproducers van Nederland, maar gek genoeg beleeft Anneke haar grote doorbraak twee jaar later aan de hand van diens voornaamste concurrent, Johnny Hoes. Hoes vertaalt voor haar een Duitse hit, Heisser Sand, en met Brandend Zand staat Anneke drie maanden achtereen op nummer 1 in de hitparade.

De tekst van Brandend zand is op het eerste oog een beetje duister:

Brandend zand en een verloren land
En een leven vol gevaar
Brandend Zand berooft je bijna van 't verstand
En dat alles komt door haar

Het vervolg maakt echter veel duidelijk:

Zwarte Dino, jij wou Nina
die met Rocco was verloofd
En toen Rocco werd gevonden
Werd jouw onschuld niet geloofd

De tekst (bijna een letterlijke vertaling van de oorspronkelijke Duitse tekst) gaat dus over een passiemoord: een verliefde jongeman, Dino, heeft een liefdesrivaal uit de weg geruimd en sloeg vervolgens op de vlucht, om te ontsnappen aan het gerecht (en de wraak van de familie van het slachtoffer). Het brandende zand en het leven vol gevaar verwijzen vermoedelijk naar het vreemdelingenlegioen: het toevluchtsoord bij uitstek voor dit soort jongemannen.

Naar alle waarschijnlijkheid gaat de tekst terug op één van de vele Zuid-Europese volkslegendes over een liefdesdrama dat uitloopt op moord en doodslag. Om dit te benadrukken, lieten de auteur en componist van de oorspronkelijke versie, Kurt Felz en Werner Schaffenberger, voor de uitvoering hun keuze vallen op de Italiaanse zangeres Mina (wier accent extra werd benadrukt). In dit soort legendes is doorgaans sprake van een vrouw die diverse minnaars het hoofd op hol brengt en uiteindelijk loopt het voor iedereen slecht af, ook voor de vrouw, die in het beste geval wordt uitgehuwelijkt aan een veel oudere man maar vaker nog in de prostitutie terecht komt. Het slot van Brandend Zand lijkt daar voorzichtig op te alluderen:

In de haven van Marseille
danst jouw Nina nu voor geld
slechts de golven zingen zachtjes
wat van Dino wordt verteld

Brandend Zand bereikte in meerdere landen de eerste plaats. Precieze cijfers uit die periode zijn moeilijk te achterhalen (de hitparade was in 1962 feitelijk nog natttevingerwerk, de officiële Top 40 die was gebaseerd op verkoopcijfers bestond nog niet), maar naar schatting werden er wereldwijd tussen de 3 en 3,5 miljoen exemplaren van Brandend Zand verkocht. Ook in Indonesië, Singapore, Maleisië, België en Duitsland werd Anneke Grönloh dankzij het nummer een megaster (*1). Met titels als Soerabaja, Cimeroni en Paradiso scoorde ze nog diverse grote hits, maar het succes van Brandend Zand zou ze nooit kunnen evenaren. Het nummer blijft haar achtervolgen en gaandeweg wordt ze in de herinnering meer en meer een one hit wonder, de zangeres van die ene grote, allesoverheersende hit. Een tijdlang wil ze daarom Brandend Zand niet meer zingen tijdens optredens, maar uiteindelijk komt ze daar op terug: in de jaren '90, bij haar zoveelste comeback, neemt ze het nummer weer op in haar set list. Ook bij haar officiële afscheid in 2015 laat ze het zand nog één keer branden.

R.I.P. Anneke

Moge het zand voor eeuwig blijven branden



Noot:

* (1) In Maleisië had ze nog voor Brandend Zand een hit met het nummer Asmara, dat maandenlang op nummer één stond, maar in Nederland amper werd verkocht. Het nummer markeerde het begin van haar grote populariteit in het verre oosten, waar ze hits scoorde met nummers die in Nederland vaak compleet onbekend bleven. Ze had ook twee nummer 1-hits in het voormalige Joegoslavië met in het Servisch gezongen versies van haar Nederlandstalige hits




vrijdag 15 juni 2018

De Bril van de Verbeelding



Als kind las ik een stripverhaal dat op mij een geweldige indruk maakte. Ik herinner me niet wie de tekenaar of de auteur was en weet ook niet of de strip was gebaseerd op een bestaand literair werk in het SF-genre. De strip vertelde het verhaal van een man die een teletijdmachine had uitgevonden. Er zijn veel van zulke verhalen, maar dit verhaal was heel bijzonder. De uitvinder maakte een reis naar de toekomst, en kwam uit in … niets. Er stonden afbeeldingen bij de tekst en op de laatste afbeelding zag je hem zitten, in een grote witte leegte. De tekst zei zoiets als: En daar zat professor Huppeldepup helemaal alleen in het grote niets, te wachten tot zijn eigen tijd hem had ingehaald.

Het verhaal greep me aan omdat de situatie me heel goed voorstelbaar leek. De toekomst bestond immers nog niet, dus wie naar de toekomst reisde kwam nergens terecht, in een groot niets. Deze opvatting over de tijd, is de voorstelling die we ons waarschijnlijk allemaal maken. Het is een beeld waarbij de tijd is opgedeeld in verschillende eenheden, verleden, heden en toekomst. In die voorstelling is de tijd een soort rijdende trein, bestaande uit afzonderlijke compartimenten. Het compartiment van het verleden hebben we reeds doorlopen, we bevinden ons nu in dat van het heden, en we zijn op weg naar het compartiment van de toekomst.

Op weg naar de toekomst
De natuurkundige en filosofe Sylvia Wenmackers heeft sinds enige tijd een vragenrubriek, en dit was één van de vragen die haar werden voorgeschoteld: Gaan wij naar de toekomst of komt de toekomst naar ons toe?

We spreken van de tijd die voorbijraast of de tijd die rijdt als een trein of stroomt als een rivier, maar dat zou inhouden dat de tijd los van ons bestaat. We zouden, als het ware, kunnen plaatsnemen aan de oever van de rivier, en kunnen zeggen: Kijk, daar stroomt de tijd. Maar dat gaat niet: we kunnen ons niet losmaken van de tijd, de tijd niet isoleren. Als de tijd stroomt, stromen wij mee. Dat lijkt het antwoord op de bovenvermelde vraag te beslissen in het voordeel van de eerste optie: de tijd neemt ons mee naar de toekomst. Maar dat roept de vraag op waar die toekomst zich bevindt. Als we zeggen dat we ergens naartoe gaan, betekent dat immers doorgaans dat we naar een andere plaats gaan. Is de toekomst ergens anders? Nee, de toekomst is hier, maar: niet nu. De toekomst is in de toekomst.


De moderne natuurkunde, met name de relativiteitstheorie, heeft de klassieke begrippen van tijd en ruimte van de troon gestoten. In zijn speciale relativiteitstheorie schiep Albert Einstein een vierdimensionaal beeld waarin ruimte en tijd niet langer worden beschouwd als afzonderlijke entiteiten, maar deel uitmaken van één enkele entiteit,  genaamd ruimtetijd, die alle gebeurtenissen in het verleden, heden en toekomst in ons heelal bevat. De ruimte-tijd lijkt het weefsel van de werkelijkheid dat ons om-sluit en in-sluit: we zitten vast en toch bewegen we, en doordat we bewegen, beweegt ook wat stilstaat mee.  We kunnen ons niet vrijelijk in de tijd bewegen, maar wel in de ruimte, maar om ons in de ruimte te bewegen, is tijd nodig: in nul seconde kan ik me immers niet verplaatsen.

Hier is niet hier, maar daar. Waar? Ergens in de toekomst. De tijd zal het leren.

Een voortdurend heden: Tijd als durée
In de natuurkunde wordt tijd hoofdzakelijk gebruikt als variabele, waarmee prima te rekenen valt; er is wel de nodige losse informatie te sprokkelen over wat tijd is, maar wordt weinig specifiek onderzoek in die richting verricht (*1). Iemand die zich daar wel zeer intensief mee bezig heeft gehouden, is de filosoof Henri Bergson (1859-191). Hij maakte een onderscheid tussen het wetenschappelijke concept, dat voornamelijk de meetbare tijd analyseert, en de tijd zoals die door ons, subjecten, wordt ervaren. De scheiding die de oppervlakkige geest aanbrengt - zoals verleden, heden en toekomst - zijn het gevolg van de metingen waarmee de buitenwereld, met inbegrip van de tijd - wordt geanalyseerd; op een dieper niveau, aldus Bergson, wordt de tijd ervaren als een durée, in de letterlijke betekenis van het woord, een voortdurend heden waarin het verleden langzaam vervaagt en de toekomst zich  in de vorm van verwachtingen aftekent.

Bergson gebruikt zijn begrip 'duur' ook om de vrije wil te redden van het 'mechanische' wereldbeeld dat volgt, of lijkt te volgen, uit de visie waarbij de tijd niet duurt, maar wordt gezien als een reeks opvolgende gebeurtenissen die uit elkaar voortvloeien: het verleden ligt vast, gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden kunnen niet worden veranderd. Om echt nieuw te zijn, moeten de nieuwe gebeurtenissen zich voltrekken in de duur: er vindt, anders gezegd, wording plaats, anders zou het nieuwe slechts een voortzetting zijn van wat er altijd reeds was. Tijd is voor hem duurzame creatie, voortdurende schepping en wording, en deze duurzame wording, ziet Bergson als onze vrijheid.

Bergson schreef zijn belangrijkste werken in een tijd dat de inzichten van de moderne wetenschappen begonnen door te dringen, en zijn voor een deel een reactie daarop. Hij wilde voorbijgaan, of beter: voorbijzien aan het meetbare, aan de metingen die volgens hem het zicht op de diepere werkelijkheid vertroebelden. Zelfs de taal achtte hij ontoereikend:  het woord met zijn scherpe contouren, was onpersoonlijk, en verpletterde de subtiele en vluchtige, ongrijpbare indrukken van het individuele bewustzijn. Het kernidee is dat slechts les données immediates (*2) van het bewustzijn de diepste waarheden kunnen blootleggen.

Voorbij de grens
De houding van Bergson tegenover de taal, doet soms denken aan de denkbeelden van die andere filosoof, Ludwig Wittgenstein (1989-1951). Wittgenstein had feitelijk heel andere bekommernissen, maar stuitte ook op dit spanningsveld tussen taal en kennis. Van hem is de uitspraak: De grenzen van mijn kennis, zijn de grenzen van mijn taal. Die gedachte werd door hem vereeuwigd in de beroemde slotzin - wellicht de meest becommentarieerde uitspraak van de moderne filosofie - van zijn hoofdwerk, Tractatus Logico Philosophicus:

"Alles wat gezegd kan worden, kan duidelijk worden gezegd, en waarover men niet kan spreken, daarover moet men zwijgen." (*3)

Let wel: Wittgenstein legde de grens dus bij de taal, niet bij het denken, dat omvatte meer, en om überhaupt een grens te kunnen trekken, moesten beide zijden van deze grens worden ervaren. Die gedachte vertoont raakvlakken met de inzichten van Bergson. De vraag die zich dan aandient, is echter: Hoe geraken we voorbij die grens? Wittgenstein dacht aan de mystieke ervaring als omgang met datgene waarover niet valt te spreken, Bergson wijdt honderden pagina's aan zijn données immédiates, en verzekert ons dat we langs intuïtieve weg de wereld metafysiek kunnen leren kennen, maar hoe we precies tot die kennis komen, of wat die kennis eventueel inhoudt, blijft mistig.



Vallen in de tijd
Als mensen geconfronteerd worden met een theorie die zij niet goed kunnen bevatten, is een veelgehoorde vraag: Hoe moet ik mij dat voorstellen? De mens wil de dingen altijd zien, maar sommige zaken, bijvoorbeeld op subatomair niveau, zijn nu eenmaal zo klein, dat ze zelfs met de sterkste microscopen niet zichtbaar kunnen worden gemaakt. Ook de tijd kan als zodanig niet zichtbaar worden gemaakt. Op dat punt, is alleen de speciale bril van de verbeelding toereikend.

In De Metaforenmachine en beschrijft de psycholoog Douwe Draaisma het belang van metaforen voor onze kennisverwerving. Het brein is een beeldenfabriek, en de metafoor is één van de krachtigste hulpmiddelen van het voorstellingsvermogen. In dit artikel heb ik diverse metaforen gebruikt en Draaisma gebruikt zelf ook een metafoor als hij het belang van metaforen verklaart door te stellen dat de metafoor dient als een scharnier tussen het nieuwe en het vertrouwde. De metafoor introduceert het nieuwe door te wijzen op analogieën met wat we reeds weten. Op die manier wordt het vreemde al iets minder vreemd. De werking is gedeeltelijk psychologisch: de metafoor voelt aan als een zielsverwant aan wiens hand we het onbekende betreden. Vandaar dat we allemaal graag op metaforen terugvallen, ook de natuurkundigen onder ons. Sylvia schrijft:

""Mij spreekt het beeld dat we met ons gezicht naar het verleden gericht achterwaarts naar de toekomst toe vallen, omdat we ons het verleden herinneren en de toekomst niet (wat te maken heeft met de pijl van de tijd). Maar het is ook niet meer dan dat: een mooie metafoor."

Inderdaad, een prachtig beeld. Maar beelden, en zeker metaforen hebben soms een vreemde bijwerking. Wat mij vooral trof bij deze metafoor, was het beeld van de vallende vrouw. Het is alsof de vrouw valt in de tijd. Vallen in de tijd, als dat mogelijk was, zou je dan ook uit de tijd kunnen vallen? De vraag voerde me plots terug naar mijn vroege jeugd, naar een programma genaamd Comedy Capers. Daarin zag ik eens een kort fragment op van een man die boven hemel en aarde zweefde, hangend aan de wijzers van een klok. Dat beeld greep me aan, even sterk als het beeld van de professor, die de tijd achter zich had gelaten en nu in het niets moest wachten. Ik keek telkens naar het programma, in de hoop meer van het filmpje te zien, maar het keerde nooit terug. Pas jaren later ontdekte ik wie deze bungelende man was.

Vallen uit de tijd : Harold Lloyd
Harold Lloyd is een filmacteur uit het stomme tijdperk. Hij is vooral bekend vanwege zijn gewoonte om zijn eigen stunts uit te voeren, ook al waren ze uiterst riskant. In 1919 verloor hij op de set de duim en wijsvinger van zijn rechterhand, maar dat weerhield hem er niet van om vier jaar later zelf  aan een torenklok te gaan hangen in de film Safety Last! (*4). De stunt leverde één van de meest iconische beelden op uit de filmgeschiedenis: de gebrilde Harold Lloyd, hangend tussen hemel en aarde, zich vastklampend aan de wijzers van een klok.

Voor zover ik heb kunnen achterhalen, had Lloyd  geen speciale bedoelingen met dit beeld, maar bij het zien van de scène is de gedachte dat hier iets wordt meegedeeld over tijd en ruimte bijna onweerstaanbaar: de bungelende Lloyd lijkt niet alleen de zwaartekracht te tarten,  maar ook de tijd op de proef te stellen. Hij hangt aan de wijzers van de klok maar die dreigen te bezwijken onder zijn gewicht; op een bepaald moment komt de wijzerplaat los van het raamwerk, alsof de zwaartekracht niet alleen grip heeft op Lloyd en de klok, maar op de tijd zelf, en op het punt staat om het weefsel van de werkelijkheid uiteen te rukken.

Waar zou Lloyd terecht zijn gekomen als hij was gevallen? Op straat? Of zou hij zijn verdwenen, niet alleen uit de scène, of de film, maar ook uit de tijd? Of zou hij zijn uitgekomen bij Professor Huppeldepup, in een grote witte ruimte, waar de tijd nog niet is aangeland? Zo'n ruimte bestaat misschien niet, maar kan wel zichtbaar worden gemaakt, met de bril van de verbeelding.

Een kort fragment (ongeveer 1:30) van Safety Last. Kijk en huiver ...



Langer fragment (7:30), voor de liefhebbers:



- Speciaal voor Lies Jacobs, illustratrice. Ze liet zich voor haar eindwerk Illustratieve Vormgeving inspireren door het onderwerp 'de tijd'; voor mij was haar werk een inspiratiebron. 

Noten:

* (1) Zie voor een overzicht: Sylvia Wenmackers, Atoomklokken hebben hun beste tijd gehad 
* (2) De Franse term die Bergson gebruikt, données immédiates, wordt in de Nederlandse vertaling weergegeven als 'onmiddellijke gegevenheden'. Het idee achter de term is dat de gegevens rechtstreeks, dus zonder medium of tussenstation, beschikbaar zijn
* (3) In het Duits: Was sich überhaupt sagen lässt, lässt sich klar sagen, und wovon man nicht reden kann, darüber muss man schweigen
* (4) De film kan in zijn geheel worden bekeken op You Tube: hier

Over Ruimtetijd:
George Musser, Wat is ruimtetijd? Eos wetenschap

Over Henri Bergson:
* Ger Groot: Bergsons Geniale Idee
* Carel Peeters, De Uitgerekte tijd van Bergson

Douwe Draaisma, De Metaforenmachine, een geschiedenis van het geheugen. Historische Uitgeverij, 1995

dinsdag 18 juli 2017

Bonanza (I) - Pa Bonanza had drie zonen



Pa Bonanza had drie zonen

Zoals veel mensen van mijn leeftijd ben ik opgegroeid met Bonanza. Als ik me niet vergis werd de serie op een doordeweekse avond uitgezonden, aan de late kant, dus je moest telkens weer zeuren om op te mogen blijven. De volgende dag werd de aflevering op de speelplaats natuurgetrouw nagespeeld, compleet met de juiste stembuigingen. Herman Brusselmans schreef een boek De Terugkeer van Bonanza, maar dat boek heb ik niet gelezen. Het ging, als ik me niet vergis, ook niet over Bonanza. Ik heb wel een aantal andere boeken gelezen en ben ook teruggekeerd naar Bonanza. Dat gebeurde in 2004 of 2005 en de terugkeer viel samen met een poging om van het roken af te komen. Dit keer werd de serie in de namiddag uitgezonden. Ik nam de afleveringen op en beloofde mezelf dat ik de opname mocht bekijken - voor het slapengaan - als ik de rest van de dag van de sigaretten wist af te blijven.  De poging om van het roken af te komen slaagde. Men zou dus kunnen zeggen dat ik dankzij de Cartwrights gezonder ben gaan leven. Snoep verstandig, eet een appel en kijk naar Bonanza!

Carwrights & Bonanza's

Hoewel de familie Cartwright heette, spraken wij als kinderen van de Bonanza's. Pa Bonanza en zijn drie zonen. Ik wilde altijd Adam zijn, Adam Bonanza. Dat kwam zo: ik werd vaak minachtend 'Witte' genoemd  vanwege mijn ziekelijk bleke huid. Bovendien was ik wat kleiner dan gemiddeld en leed ik aan bronchitis. Adam was groot en sterk, en bovendien zongebruind. Bonanza is Spaans voor welvaart, maar in Nevada, waar de serie zich afspeelt, werd de term gebruikt in verband met de vondst van edelmetaal. De eerste belangrijke zilvermijn, de Comstock Lode, lag niet ver van de plaats waar in de serie de ranch van de Cartwrights, de Pondarosa, is gesitueerd, nabij de plaats Virginia City. De Cartwrights hadden hun rijkdom blijkbaar te danken aan deze mijn (*1). De bekende generiek van de serie, toont een in brand vliegende kaart van de streek waarop het grondgebied van de Cartwrights in oranjebruine kleur is aangeven: de kleur van de Pinus Ponderosa, de Latijnse naam van de Noord-Amerikaanse den, het hout waarmee de ranch van de Ponderosa was gebouwd. De Pondarosa werd voor de serie gebouwd aan de oevers van Lake Tahoe (*2) en kon nadat de serie was geëindigd lange tijd door het publiek worden bezocht. In 2004 werd de grond waarop de Pondarosa staat verkocht en sindsdien is het gebouw voor het publiek gesloten. De meeste opnames werden trouwens gemaakt in de studio, waar een deel van de Ponderosa was nagebouwd.

De Ponderosa
Kleuren maken de man

Bonanza werd uitgezonden tussen 1959 en 1973 en is met 14 seizoenen en 431 afleveringen de op één na langstlopende westernserie uit de geschiedenis. Alleen Gunsmoke liep langer (20 seizoenen, 635 afleveringen), maar Bonanza was in de VS vaker de populairste TV-serie van het jaar (driemaal,  tegenover Gunsmoke slecht één keer). In Vlaanderen won de serie drie keer op rij de prijs van de kijker van het blad Humo. Gek genoeg kende Bonanza een moeizame start: de kijkcijfers voor de eerste twee seizoenen waren laag en de reacties van critici wisselend; er was enige waardering voor de moed om sociale problmen zoals rassentegenstellingen aan de kaak te stellen (hierover later meer), maar men vond de serie statisch en weinig avontuurlijk. De productiemaatschappij, NBC, overwoog om Bonanza af te voeren en gaf alleen groen licht voor een derde reeks omdat de reeks werd opgenomen in kleur. In die tijd was dat nog iets nieuws en NBC wilde graag verder met het procedé experimenteren. Het was eenvoudiger om een bestaande serie voort te zetten dan een nieuwe op te starten.

Vrijgezellen en weduwnaars

Een eigenaardigheid van westernhelden is dat ze zelden gehuwd zijn. Adam, Hoss en vooral Little Joe hadden met enige regelmaat romantische avontuurtjes, maar kenden geen geluk in de liefde: de beminde overleed aan het eind van de aflevering of ging er met een ander vandoor, er was altijd wel wat. En wat was er gebeurd met hun moeder? In Bonanza was dit een driedubbel probleem, want de broers werden gepresenteerd als halfbroers : ze hadden dezelfde vader, maar verschillende moeders. Vermoedelijk wilde men via deze ingreep de nogal radicale verschillende in uiterlijk en karakter verklaren. Adam was een evenwichtige persoonlijkheid, een denker die aan de oostkust architectuur had gestudeerd (hij had ook de Pondarosa ontworpen), Hoss een goedmoedige reus met een grote eetlust en nakomeling Joe een opvliegerig opdondertje met een oog voor de meisjes. Alle drie de moeders kregen hun eigen zogenaamde flashback-aflevering; de moeder van Hoss kreeg er zelfs twee:

* Elizabeth, My Love (serie 2, aflevering 32): Aan het bed van een zieke Adam, vertelt Ben hoe hij diens Britse moeder Elizabeth leerde kennen aan boord van een zeilschip

* Inger, My Love (Serie 3, aflevering 29): Terwijl Hoss op weg is naar huis en er een zware storm opsteekt, herinnert Ben zich zijn romance met de Zweedse Inger, die het leven zou schenken aan Hoss. In deze aflevering wordt ook onthuld wat de betekenis is van de naam 'Hoss': het is slang uit de regio van de Smokey Mountains voor een vriendelijke krachtpatser, een beer van een vent met een gouden hart

* Journey Remembered (Serie 5, aflevering 8): In een voortreffelijke aflevering, één van de beste van de serie, denkt Ben aan zijn tocht naar het Westen, aan de zijde van Inger, de moeder van Hoss, die wordt gedood tijdens een gevecht met Indianen

* Marie, My love (Serie 4, aflevering 20): Ben ontmoet tijdens een trip naar New-Orleans de Frans-Creoolse weduwe Marie DeMarigny en wordt verliefd op haar. Er wordt gesuggereerd dat zij kort na de geboorte van Joe overlijdt, maar de gebeurtenis wordt niet in beeld gebracht.

Top-billing en equal billing

Eén van de belangrijkste vragen bij een film of TV-serie met diverse centrale personages, is de vraag wie de eerste plaats in de rolverdeling krijgt (top-billing). Die vraag is vooral van kapitaal belang indien tijdens de begingeneriek, net als bij Bonanza, de gezichten daadwerkelijk in beeld worden gebracht (en niet alleen de namen). Voor Bonanza werd een elegante oplossing bedacht voor dit probleem: nadat de kaart in brand is gevlogen, rijden de vier Cartwrights zij aan zij richting camera en vervolgens worden ze één voor één in close up gefilmd, terwijl hun acteursnaam in vette letters in beeld verschijnt. Per aflevering werd de volgorde waarin de acteurs werden gepresteerd afgewisseld. In het jargon heet dit equal billing.




Einde deel 1 - Wordt vervolgd

Noten:

* (1) In een versie met tekst van de Bonanza song, wordt echter melding gemaakt van goud:

"With a gun and a rope and a hatful of hope
We planted our family tree
We got ahold of a potful of gold - Bonanza
With a horse and a saddle and a rig full of cattle
How rich can a fella be?"

* (2) De kaart die wordt getoond in de generiek, heeft (zeer ongewoon) een verticale Oost-West-as. De Ponderosa ligt aan de oostelijke, niet de noordelijke oever van Lake Tahoe


zondag 11 juni 2017

Hamertje Tik



Flower Power to the People

Sommige gezichten leer je pas goed kennen nadat ze door een cartoonist in een spotprent zijn verwerkt. Op dezelfde manier dringt de eigenaardigheid van bekende songteksten soms pas tot je door bij het aanhoren van een vertaling. Ik ben ooit in een minutenlange trance gebracht door een Franse straatzanger, op het plein voor Centre Pompidou. U kent het type wel: gitaar, matige stem, veel goede wil, sjofele kledij en een hoed op de grond voor de muntjes. Alles even voorspelbaar, behalve het lied dat hij ten gehore bracht, een Franse versie van een beroemde folk song:

Si j'avais un marteau, un marteau le matin

Tja, if I had a hammer, a hammer in the morning. Duizenden keren gehoord, zonder erbij stil te staan. Waar heeft iemand een hamer voor nodig, in the morning, in the evening, all over this land? Een paar dagen geleden werd ik plots aan het voorval herinnerd nadat in dezelfde stad, Parijs, een IS-sympathisant werd neergeschoten nadat hij enkele politiemensen met een hamer te lijf was gegaan.

Pete Seeger
If I had a hammer I'd hammer in the morning
I'd hammer in the evening all over this land
I'd hammer out danger, I'd hammer out warning
I'd hammer out love between my brothers and my sisters
All over this land

Het klinkt lieflijk, alsof de tekst is geschreven in die goede jaren zestig. Niet echt het soort tekst waardoor een terrorist zich zal laten inspireren. Broeders en zusters, vrijheid, blijheid en love is all you need. Maar let op: de song dateert van de jaren veertig, en werd geschreven (door Pete Seeger en Lee Hays) ter ondersteuning van de Amerikaanse Progressive Party, een in 1948 opgerichte,  radicale en tamelijk omstreden politieke beweging die meermaals in opspraak kwam vanwege sympathieën voor (en naar men zei ook banden met) communistische regimes. De hamer is blijkbaar de communistische hamer die hoort bij de sikkel. De song werd - door Pete Seeger - voor het eerst ten gehore gebracht tijdens een samenkomst in New York, ter ere van de leiders van de communistische partij, die waren aangeklaagd voor landverraad (*1)

Communistische liederen zijn - net als de strijdliederen van de Nazi's trouwens - vaak erg mooi, maar ze stralen bij voorkeur vastberadenheid uit, onverzettelijkheid, zoals bijvoorbeeld het Italiaanse Bandiera Rossa, met als tekst:

Avanti o popolo, alla riscossa,                  
Bandiera rossa, Bandiera rossa                
Avanti o popolo, alla riscossa,                  
Bandiera rossa trionferà.    
                       
Vrij vertaald: Vooruit kameraden, niet bij de pakken neerzitten, achter die rode vlag aan, op naar de eindoverwinning! Dat is tenminste ferme taal. Het hamertje tik van Seeger en Hays steekt daar schil bij af. Waarom eigenlijk? Zij waren in de periode na de oorlog, toen het lied geschreven werd,  beiden actief binnen de arbeidersbeweging en namen hun politieke engagement ongetwijfeld serieus. Volgens Seeger, in een interview uit 1985, waren commies de enigen die in die dagen over peace and liberty spraken, en klonken zulke woorden derhalve wel degelijk radicaal (*2). En verder moesten Hays en hijzelf op hun woorden passen, al te expliciete teksten werden niet op prijs gesteld in het naoorlogse Amerika. Seeger zou in de jaren zestig trouwens actief zijn binnen de hippiebeweging, dus helemaal verrassend zijn die verwijzingen naar lieve broeders en zusters niet. Enkele andere songs van zijn hand zijn Where have all the flowers gone (!) en het op het Bijbelboek Prediker gebaseerde Turn, turn, turn (het bekendst in de uitvoering van The Byrds).

Seeger nam de song zelf op met zijn groep The Weavers (als The Hammer Song), maar zonder veel succes. Meer dan tien jaar later, in 1962, werd het nummer opgepikt door Peter, Paul & Mary, die er een bescheiden hit mee scoorden, maar het werd pas een echte kraker in de uitvoering van Trini Lopez, die er in 36 landen de eerste plaats van de hitparade mee bereikte. In de biografie van Trini Lopez valt geen enkel politiek engagement te ontdekken, laat staan communistische sympathieën of revolutionaire gedachten. Ook hij vermoedde blijkbaar flower power waar Seeger power to the people had bedoeld.

Inmiddels behoort het lied tot het collectieve geheugen van de mensheid en is de politieke dimensie geheel naar de achtergrond gedrongen. Er bestaan uitvoeringen van grote namen als Johnny Cash, Aretha Franklin, Sam Cooke en Wanda Jackson, maar het zal altijd wel een beetje de hit blijven van Trini Lopez. Er bestaat er zelfs een Nederlandstalige versie, getiteld Oh, had ik maar 'n hamer, van Rob de Nijs en The Lords waar ik, eerlijk gezegd, nooit eerder van had gehoord. De Franse vertaling waarop ik in Parijs werd getrakteerd, was van de hand van Claude François, oftewel "Clo Clo" zoals de Fransen hem kennen (*3).

Clo-Clo bereikte met de Franse versie iets wat Trini niet was gelukt: de eerste plaats bereiken in eigen land. Ondanks het wereldsucces en de 36 eerste plaatsen, bleef If I had a Hammer in de VS  steken op de derde plaats van de Bilboard Hot 100.



Noten:

* (2) http://mysongbook.de/msb/songs/i/ifihhamm.html (Scroll naar het gedeelte onder de songtekst, punt 3)
* (3) Clo-clo is één van de populairste Franstalige artiesten van de 20ste eeuw. Hij vertolkte voornamelijk door andere geschreven materiaal, maar schreef wèl (samen met Gilles Thibaut) Comme d'habitude, dat door Paul Anka werd vertaald als My Way en uitgroeide tot wellicht het meest vertolkte lied uit de geschiedenis van de lichte muziek; er bestaan ruim 1500 uitvoeringen van.


dinsdag 25 april 2017

Een interview met Chriet, of niet




Een Interview met Chriet, of niet

R.I.P. Chriet Titulaer (9 mei 1943 - 25 april 2017)

Men spreekt wel van markante verschijningen. Met zijn kabouterbaard, sjofele kledingstijl en zachte, bijna vloeibare Limburgse g viel de afgelopen weekend op 73-jarige leeftijd overleden sterrenkundige Chriet Titulaer zeker in die categorie. Hij cultiveerde het imago van verstrooide professor omdat hij wist dat het hem goed van pas kwam bij zijn televisieoptredens. Titulaer werd in één klap Neerlans bekendste geleerde toen hij samen met Henk Terlingen ("Apollo Henkie") de eerste maanlanding live becommentarieerde op televisie. Terlingen speelde daarbij het balorige maar nieuwsgierige neefje, Titulaer de guitige maar toch ook strenge professor.

In de daaropvolgende jaren steeg zijn roem tot ongekende hoogte: als er weer eens een opmerkelijk wetenschappelijk nieuwtje was, werd hij in de studio uitgenodigd om commentaar te leveren. Hij werd zo populair dat diverse cabaretiers en komieken hem gingen imiteren. Een imitatie van Wim de Bie streelde zijn ijdelheid, maar hij was boos toen André van Duin hem bij een persiflage omdoopte tot 'Tiet Kittelaar'. De persiflage ging de lucht in tijdens een live-uitzending naar aanleiding van de Firato, een tentoonstelling gericht op audio- en videoapparatuur. Half Nederland zat voor de buis, Chriet Titulaer zat in de zaal en was zo van slag dat een gepland interview een kwartier moest worden uitgesteld.

Titulaer en interviews, het is een verhaal apart. In het laatste jaar van de middelbare school kwamen een vriend en ik op het idee om hem te interviewen voor de schoolkrant. De afspraak werd gemaakt via een oom van die vriend die iemand kende die Chriet Titulaer kende. Ik herinner me dat we op een woensdagavond, terwijl we naar een voetbalwedstrijd zaten te kijken, plots te horen kregen dat we op zaterdagmiddag werden verwacht in het Dr. A.F. Philips Observatorium, de sterrenwacht in Eindhoven. 

We waren doodzenuwachtig want waar moesten we het in vredesnaam met Chriet Titulaer over hebben? Over ruimtevaart, natuurlijk, maar we hadden daar zo weinig verstand van dat we er geen zinnige vraag over konden bedenken. Bij de ingang van het observatorium kregen we te horen dat we aan het verkeerde adres waren. Chriet Titalaer? Nee, die werkte hier niet. We waren bijna opgelucht, maar een tweede persoon wist te vertellen dat Chriet Titulaer inderdaad die middag op het observatorium werd verwacht; hij had er eigenlijk al moeten zijn, maar hij had veel aan zijn hoofd en stond niet bekend als erg punctueel. 

We hadden de moed al opgegeven toen Chriet Titulaer eindelijk binnen kwam stormen. Ach ja, die afspraak. Helemaal vergeten. Konden we nog even wachten? Geef die jongens wat te drinken en geef ze ook wat te lezen. En weg was hij. Een man bracht ons twee bekers koffie en ook een boek, een populariserend werk over ruimtevaart, geschreven door - wat dacht u? - Chriet Titulaer. 

We hebben Chriet die middag niet meer teruggezien. Het geplande interview werd nooit afgenomen, maar wel gepubliceerd. Het boek nam ik mee naar huis en las het in één ruk uit. Chriet Titulaer gaf antwoorden op vragen die ik mezelf nooit had gesteld, maar die bij nader inzien voor de hand lagen. Ik schreef de vragen uit en kopieerde de uitleg van Titulaer. De leraar natuurkunde was trots op ons. Hij schreef - mede namens ons - een dankbriefje aan de grote geleerde, met nog een paar bijkomende vragen, maar kreeg nooit antwoord. Ach, wat zou het, die man had zoveel aan zijn hoofd, dat interview was hij vast al lang weer vergeten.